De voorwaarden waaronder OPR-Finance B.V. (de leninggever) een rekeningcourantkrediet (“OPR-Bedrijfskrediet Flex”) toekent aan de onderneming die deze aanvraagt (de leningnemer) worden hieronder gedefinieerd. Deze voorwaarden kunnen van tijd tot tijd eenzijdig worden gewijzigd door de leninggever op grond van artikel 16 van deze Algemene Voorwaarden OPR-Bedrijfskrediet Flex. De laatste versie van deze Algemene Voorwaarden OPR- Bedrijfskrediet Flex is steeds beschikbaar op https://opr-bedrijfskrediet.nl.

1. Aanvraagprocedure

De aanvraagprocedure bestaat uit een online aanvraag ingediend en ondertekend door de leningnemer of op een andere manier die door de leninggever wordt aanvaard. De leninggever zal de kredietwaardigheid van de leningnemer controleren, waarna de leninggever een kredietbeslissing zal nemen. De leninggever is niet verplicht de genomen kredietbeslissingen te rechtvaardigen. Een kredietovereenkomst ontstaat wanneer de leninggever de aanvraag goedkeurt en het krediet toekent en de leningnemer de krediet- en persoonlijke borgstellingsovereenkomst ondertekend retourneert.

2. Kredietlimiet en gebruik

De kredietlimiet van een OPR-Bedrijfskrediet Flex is een bedrag dat door de leninggever en de leningnemer is overeengekomen, met een minimum van € 2000. De leningnemer heeft het recht het krediet te gebruiken door krediet op te nemen binnen de overeengekomen kredietlimiet. Het op dat moment beschikbare bedrag aan OPR-Bedrijfskrediet Flex-krediet wordt verminderd door het gebruik van krediet en verhoogd met het aandeel van de aflossingen die op de kredietrekening staan vermeld. Bij de aanvraagprocedure vermeldt de leningnemer een Nederlandse bankrekening waarnaar het krediet zal worden overgemaakt. Het wijzigen van de bankrekening is alleen mogelijk door contact op te nemen met de klantenservice van de leninggever. Nadere instructies voor het opnemen van krediet en de openingstijden zijn te vinden op www.flex.opr-bedrijfskrediet.nl. De minimale opname is € 500. 

3. Opnamevergoeding, rente en aflossing

Voor het gebruik van OPR-Bedrijfskrediet Flex is de leningnemer een in de kredietovereenkomst overeengekomen opnamevergoeding verschuldigd, die 3% van het opgenomen krediet bedraagt en op de eerstvolgende factuur na opname in rekening wordt gebracht aan de leningnemer. De leningnemer is verplicht een rente van 5% per maand te betalen over het opgenomen krediet zoals overeengekomen in de kredietovereenkomst. De rente wordt maandelijks op de eerstvolgende factuur achteraf in rekening wordt gebracht aan de leningnemer. De dagrente wordt berekend op basis van werkelijke dagen en een jaar met 365 dagen. Het opgenomen krediet wordt in maandelijkse termijnen afgelost de minimale maandelijkse aflossing bedraagt 4% van het opgenomen krediet met een minimum van € 200 per maand. De leningnemer heeft het recht om een grotere maandelijkse termijn te betalen dan het minimumbedrag zoals in de overeenkomst is overeengekomen. Het gedeelte dat het maandelijkse minimumbedrag volgens de overeenkomst overschrijdt, vermindert het door de leningnemer opgenomen krediet.

4. Beëindiging van de kredietovereenkomst

De opzegtermijn van de kredietovereenkomst bedraagt één (1) maand voor beide partijen. De overeenkomst kan schriftelijk of per e-mail worden opgezegd. Wanneer de kennisgeving is gedaan, zal het opgenomen bedrag, rente en opnamevergoeding worden betaald met in achtneming van de voorwaarden van de kredietovereenkomst. 

5. Achterstallige betaling

Indien enig verschuldigd bedrag op grond van de kredietovereenkomst niet op de vervaldatum wordt betaald door de leningnemer, is de leningnemer verplicht boeterente te betalen over de totale achterstallige som vanaf de vervaldatum van de relevant factuur tot aan de betalingsdatum, ongeacht of de leninggever het OPR-Bedrijfskrediet Flex heeft opgeëist op grond van de kredietovereenkomst. De boeterente bedraagt 13,9% per jaar over het opgeëiste bedrag. Het opgeëiste bedrag bevat de volgende componenten: het resterend krediet, de maandrente van 5% over het opgenomen krediet tot het moment van opeising en de onbetaald gebleven opnamevergoeding van 3%. 

Indien betaling uitblijft na verzending van (een) betalingsherinnering(en) dan kan de lening volledig worden opgeëist en in dat geval draagt de leninggever haar vordering op de leningnemer over aan een derde. Over het opgeëiste bedrag blijft boeterente van 13,9% per jaar verschuldigd en wordt incassokosten van 15% berekend, te verhogen met een bedrag gelijk aan de btw aangezien OPR zelf niet btw-plichtig is. 

Indien aan leninggever BTW in rekening wordt gebracht door derden die de incasso of executie verzorgen, dan kan leninggever deze BTW in rekening brengen aan leningnemer bovenop voorgemelde boeterente en incassokosten.

6. Blokkering van kredietopnames en verlaging van kredietlimiet

Indien de leningnemer heeft nagelaten haar betalingen op de vervaldatum te verrichten of anderszins in strijd met de kredietovereenkomst of deze algemene voorwaarden heeft gehandeld, heeft de leninggever het recht om het recht van de leningnemer op toegang tot OPR-Bedrijfskrediet Flex te beperken door nieuwe opnames te blokkeren of door de kredietlimiet te verlagen. De leninggever heeft dit recht ook indien zich, naar haar oordeel, een beduidende wijziging in de situatie van de leningnemer voordoet, waaronder (maar niet exclusief) wanneer er sprake is van een negatieve wijziging in het BKR rapport of een van de entiteiten uit de groep waartoe de leningnemer behoort in staat van faillissement verkeert. 

7. Herziening van opnamevergoeding en rente

De leninggever heeft het recht om de opnamevergoeding of het rentepercentage te herzien. De leninggever kan de opnamevergoeding of het rentepercentage verhogen ten opzichte van het bedrag dat is opgenomen in de kredietovereenkomst, om redenen van kostenverhoging of om een andere gerechtvaardigde reden. De leninggever zal de leningnemer schriftelijk of elektronisch informeren over een dergelijke herziening en over de gevolgen daarvan voor de leningnemer. De wijziging treedt in werking op het door de leninggever opgegeven tijdstip, maar niet eerder dan een maand na verzending van de kennisgeving aan de leningnemer. 

8. Vervaldata van facturen

De leninggever brengt de aan haar verschuldigde bedragen op grond van de kredietovereenkomst maandelijks in rekening aan de leningnemer. De vervaldatum voor uiterste betaling door de leningnemer bedraagt 14 dagen na de factuurdatum. Indien de vervaldatum een in Nederland geldende officiële feestdag betreft, wordt de vervaldag voor uiterste betaling door de leningnemer uitgesteld tot de volgende werkdag. Met “werkdag” worden de weekdagen van maandag tot en met vrijdag bedoeld, met uitzondering van de in Nederland geldende officiële feestdagen. 

9. Vervroegde aflossing

De leningnemer heeft het recht om het opgenomen krediet of een deel ervan vervroegd af te lossen door de leninggever daarvan vooraf op de hoogte te stellen. Indien de leningnemer het opgenomen krediet of een deel ervan vervroegd aflost, moet hij echter de in de kredietovereenkomst vermelde rente en kosten volledig betalen. 

10. Het recht van de leningnemer om de betaling toe te wijzen

Als de leningnemer meerdere leningen van de leninggever heeft ontvangen, heeft hij het recht om haar betaling toe te wijzen aan het door haar gewenste krediet. De leninggever geeft aan welke termijnen van een individueel krediet door de betaling worden gedekt.

11. BKR Registratie

De Leninggever neemt deel aan het Centraal Krediet Informatiesysteem (het “CKI”) van de Stichting Bureau Krediet Registratie (“BKR”) te Tiel. De Leninggever meldt Kredietovereenkomsten die verstrekt zijn aan natuurlijke personen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen (zoals personenvennootschappen als eenmanszaken, vennootschap onder firma’s of commanditaire vennootschappen) (de “Kredietovereenkomsten Personenvennootschappen”) bij het BKR. Het BKR verwerkt deze gegevens in het CKI ten behoeve van het voorkomen en beperken van krediet- en betaalrisico’s voor aangesloten organisaties en het voorkomen en beperken van overkreditering van betrokkenen, alsmede ten be- hoeve van het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van problematische schuldsituaties. Deze gegevens worden in het kader van de eerder genoemde doelstellingen door het BKR ter beschikking gesteld aan de aangesloten organi- saties, hetgeen mogelijk is in feitelijke en statistisch bewerkte vorm. Naast het aanmelden van de Kredietovereenkomst Personenvennootschap heeft leninggever verder de verplichting op zich genomen een achterstand in de nakoming van de betalingsverplichtingen op grond van een Kredietovereenkomst Personenvennootschap van meer dan twee maan- den te melden bij BKR. Dit kan gevolgen hebben voor iedere eventuele volgende financieringsaanvraag.

SPECIALE OPEISINGSGRONDEN

12. Opeising wegens betalingsachterstand

De leninggever heeft het recht het OPR-Bedrijfskrediet Flex, geheel of gedeeltelijk onmiddellijk en zonder rechtelijke tussenkomst op te eisen, indien de leningnemer aflossing van het opgenomen krediet of betaling van de opnamevergoeding, (boete)rente of andere kosten op grond van de kredietovereenkomst op een vervaldatum nalaat. OPR-Finance B.V. heeft het recht om bij een betalingsachterstand bij het opeisbaar stellen van de lening, om de eventuele nog lopende en niet vervallen facturen ook direct over te dragen.

13. Opeising op andere gronden

De leninggever heeft het recht het OPR-Bedrijfskrediet Flex onmiddellijk en zonder rechtelijke tussenkomst op te eisen, indien:

1) de leningnemer de leninggever misleidende informatie heeft verstrekt die van invloed zou kunnen zijn geweest op de toekenning van de OPR-Bedrijfskrediet Flex of de voorwaarden ervan;

2) de leningnemer failliet wordt verklaard of aan haar surseance van betaling wordt verleent of een aanvraag daartoe ten aanzien van de leningnemer wordt ingediend;

(3) er wordt beslag gelegd op de aandelen in het aandelenkapitaal van de leningnemer (of soortgelijke deelnemingsrechten), deze aandelen worden verpand of deze aandelen worden anderszins bezwaard;

(4) een beslag of executie op activa van de leningnemer wordt niet binnen 10 (zegge: tien) werkdagen opgeheven; (b) stappen worden ondernomen om zekerheid op activa van de Leningnemer uit te winnen;

(5) de leningnemer wordt ontbonden, een besluit tot ontbinding wordt genomen of een verzoek voor ontbinding van de leningnemer wordt ingediend; en (f) er doet zich enige gebeurtenis voor die naar de mening van de leninggever direct of indirect een wezenlijk nadelige invloed zou kunnen hebben op het vermogen van de leningnemer om zijn verplichtingen krachtens de kredietovereenkomst uit te voeren, met inbegrip van (doch niet beperkt tot) een verandering in zeggenschap of een vervreemding van bedrijfsmiddelen die het bedrag van EUR [5.000] overschrijdt; of

(6) de leningnemer de voorwaarden van de kredietovereenkomst fundamenteel schendt.

Het starten van een faillissementsprocedure voor de leningnemer heeft tot gevolg dat het opgenomen krediet onmiddellijk opeisbaar wordt.

Indien de borgsteller overlijdt of een faillissement aanvraagt, moet de leningnemer binnen een door de leninggever vastgestelde termijn van ten minste één maand een nieuwe door de leninggever goedgekeurde borgstelling (of ander door de leninggever goedgekeurd onderpand) verstrekken, in gebreke waarvan de leninggever het opgenomen krediet onmiddellijk kan opeisen.

14. Informatie

De leningnemer moet de leninggever onmiddellijk op de hoogte brengen van elke verandering van naam en adres.

Op verzoek moet de leningnemer de leninggever informatie verstrekken over haar financiële positie en andere informatie die van invloed is op deze schuldverhouding, hetgeen voor de leninggever in haar zodanige rol noodzakelijk is.

De leninggever heeft het recht om informatie over de leningnemer te overhandigen en te verkrijgen met in achtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving.

De leninggever heeft het recht om de borgsteller te informeren over alle verplichtingen van de leningnemer, wanbetalingen en andere zaken die van invloed zijn op de solvabiliteit van de leningnemer. De leninggever heeft het recht om de borgsteller te informeren over de betalingsachterstand van de leningnemer.

15. Overige voorwaarden

Een schriftelijke kennisgeving van de leninggever aan de leningnemer wordt geacht de ontvanger uiterlijk op de zevende dag na verzending te hebben bereikt, indien deze is verzonden naar het adres dat het laatst aan de leninggever of het handelsregister is opgegeven. Indien het bericht wordt verzonden met behulp van overeengekomen berichten op afstand, wordt het geacht de ontvanger te hebben bereikt op de zevende dag na verzending.

De kredietopname wordt uitsluitend op basis van het door de leningnemer opgegeven rekeningnummer op de rekening van de leningnemer gestort, overeenkomstig de door de Nederlandse vereniging van banken opgestelde voorwaarden voor binnenlandse betalingen. De leninggever is niet aansprakelijk indien de leningnemer niet in staat is het betaalde krediet op de door hem aangeduide rekening op te nemen of te gebruiken, als gevolg van een gebrek aan gebruiksrechten, saldo, betaalmiddelen, enz. of om een soortgelijke reden die afhankelijk is van of onafhankelijk is van de leningnemer.

De leninggever houdt een klantenregister bij, waarin de informatie wordt gebruikt om de klantrelaties te onderhouden en te verzorgen. De leninggever en de bedrijven van dezelfde groep hebben ook het recht om de informatie in het register te verwerken voor doeleinden die in de wet op de persoonsgegevens worden gerechtvaardigd, bijvoorbeeld voor direct marketing.

16. Recht op wijzigingen

De leninggever heeft het recht om de voorwaarden van de kredietovereenkomst of deze Algemene Voorwaarden OPR- Bedrijfskrediet Flex eenzijdig te wijzigen door de leningnemer vooraf schriftelijk in kennis te stellen van de wijzigingen, indien de wijziging de verplichtingen van de leningnemer niet doet toenemen en geen inbreuk maakt op haar rechten, of het gevolg is van een wijziging van de wetgeving of een officieel besluit. De leningnemer wordt geacht de door de leninggever voorgestelde contractuele wijzigingen te hebben aanvaard, tenzij de leningnemer tegen de voorgestelde datum van inwerkingtreding van de wijzigingen bezwaar maakt. De leningnemer moet ten minste twee maanden voor de inwerkingtreding van een wijziging op de hoogte worden gesteld.

17. Toegenomen kosten

Indien door toepasselijke wetgeving of officieel besluit de kosten van de leninggever met betrekking tot deze bedrijfskredietrelatie tijdens de looptijd van de bedrijfskredietrelatie toenemen of de inkomsten die de leninggever uit dit krediet ontvangt, worden verminderd, moet de leningnemer de toename van de kosten of de vermindering van de inkomsten in verband met deze bedrijfskredietrelatie compenseren aan de leninggever. De vergoeding wordt als aparte betaling in rekening gebracht of wordt toegevoegd aan de kosten van de bedrijfslening. Het recht van de leninggever op bovengenoemde verhoging of betaling vervalt zodra de redenen daarvoor zijn weggenomen. De leninggever zal de leningnemer schriftelijk op de hoogte brengen van de betaling en de redenen daarvoor.

18. Gevolgschade

De leninggever is niet aansprakelijk jegens de leningnemer voor indirecte schade die de leningnemer kan ondergaan, tenzij de schade opzettelijk of door grove nalatigheid is veroorzaakt.

19. Overmacht

Een partij is niet aansprakelijk voor schade, indien zij kan aantonen dat de nakoming van haar verplichting is verhinderd door een zodanig abnormale en onvoorspelbare factor, dat zij daarop geen invloed heeft kunnen uitoefenen en waarvan zij de gevolgen, met inachtneming van alle nodige zorgvuldigheid en aandacht, niet heeft kunnen vermijden. Eventuele betalingsmoeilijkheden als gevolg van of in verband met een pandemie kunnen bijvoorbeeld niet als een dergelijke reden worden beschouwd. Evenmin is de leninggever aansprakelijk voor schade indien de nakoming van verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst in strijd is met de elders in de wet voorgeschreven verplichtingen van de leninggever. Een partij is verplicht de andere partij zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van overmacht.

20. Toepasselijk recht en forumkeuze

Op deze Algemene Voorwaarden OPR-Bedrijfskrediet Flex (en elke non-contractuele verplichting voortvloeiend uit of in verband met deze Algemene Voorwaarden OPR-Bedrijfskrediet Flex) is Nederlands recht van toepassing. Eventuele geschillen die voortvloeien uit deze Algemene Voorwaarden OPR-Bedrijfskrediet Flex, en welke niet op minnelijke wijze geschikt kunnen worden, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam, Nederland.